Aubergines met karnemelksaus en granaatappel

2013-06-10

Ottolenghi nummer 3. Volgens mij is dit zijn signature dish, of in ieder geval het recept dat het meest nagemaakt wordt door de avontuurlijke thuiskoks die op internet te vinden zijn.  En geef hen eens ongelijk, want het ziet er pretty impressive uit, zonder dat het echt lastig is. Ik heb wel het een en ander aan het recept verdraaid, bijvoorbeeld omdat za’atar en citroentijm niet verkrijgbaar zijn in onze buurtsuper. Alle credits gaan ook deze keer weer naar Jochem, mijn eigen avontuurlijke thuiskok.

Snijd de aubergines in de lengte door midden en maak met een scherp mesje ‘ruitjespatroon’ in het vruchtvlees. Zorg dat je de schil niet raakt. Leg de aubergines op een bakplaat met bakpapier en bestrijk ze met olijfolie. Flink veel, want het vruchtvlees zuigt alles op. Bestrooi met tijmblaadjes en wat zout en peper. Rooster de aubergines 30-40 minuten in de oven, tot ze geurig en gaar zijn. Zet apart en laat afkoelen. Ondertussen maak je de saus door 1,4 dl karnemelk, 100 gram Griekse yoghurt, 1,5 eetlepel olijfolie, een geperste teen knoflook en een beetje zout door elkaar te kloppen. Schep de saus royaal over de aubergines heen. Bestrooi met za’atar (of ras el hanout, zoals wij), granaatappelpitjes en wat grof gahakte peterselie.

Reacties